Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Hypatima rhomboidella
(Linnaeus, 1758)
Driehoekiggevlekte eikenpalpenmot
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1851: 820, Gelechia conscriptella Hb. De Graaf & Snellen 1866: 357, Tineina nr. 155 Chelaria hübnerella Don. Snellen 1882a: 695-696, Chelaria hübnerella Donov. Lycklama à Nijeholt 1927a: 15, nr. 2506 Chelaria hübnerella Don. Lempke 1976a: 27, Hypatima rhomboidella (Linnaeus, 1758) Kuchlein 1993a: 221, nr. 768 Hypatima rhomboidella (L., 1758) Kuchlein & De Vos 1999: 77, nr. 0803 Hypatima rhomboidella (Linnaeus, 1758) Kuchlein & Bot 2010: 52, nr. 361231 Hypatima rhomboidella (Linnaeus, 1758)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Opgenomen in de eerste werkelijke naamlijst van de Nederlandse vlinders (De Graaf 1851: 47) onder de naam Chelaria conscriptella. In deze in de Bouwstoffen verschenen lijst wordt de soort alleen van Noordwijk (ZH) vermeld. Het jaartal ontbreekt en het materiaal is zeer waarschijnlijk verloren gegaan. Als een bevestiging kan echter worden gezien dat de vondst is overgenomen in de tweede versie van de naamlijst van De Graaf, die ook in de Bouwstoffen is verschenen; daarbij is de naam van de locatie tot Noorwijkerhout (ZH) geprecizeerd (De Graaf & Snellen 1866: 357). Henri de Graaf heeft in de periode 1835-1850 gegevens verzameld voor de lijst van Nederlandse vlinders, aanvankelijk samen met zijn beide broers (De Graaf 1851: 52), maar daarbij zullen de micro's pas later in die periode goed aan bod zijn gekomen. De vondst te Noordwijkerhout zal dus waarschijnlijk uit het decennium 1840-1850 stammen. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|