Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Caryocolum marmorea
(Haworth, 1828)
Duinpalpenmot
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 352, Tineina nr. 135 Gelechia marmorea Haw. Snellen 1882a: 655-656, Gelechia marmorea Haw. Lycklama à Nijeholt 1927a: 17, nr. 2713 Gelechia marmorea Hw. Lempke 1976a: 26, Caryocolum marmoreum (Haworth, 1828) Kuchlein 1993a: 220, nr. 743 Caryocolum marmoreum (Hw., 1828) Kuchlein & De Vos 1999: 75, nr. 0784 Caryocolum marmorea (Haworth, 1828) Kuchlein & Bot 2010: 52, nr. 361051 Caryocolum marmorea (Haworth, 1828)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld in de Bouwstoffen door De Graaf & Snellen (1866: 352), die opmerken dat de soort menigvuldig voorkomt in de Hollandse duinen en op zandgronden, zich overdag verschuilend in ruigten, laag bij de grond. De volgende locaties worden genoemd: Bussum (NH, Grebner), Middenduin bij Overveen (NH, Kinker), omstreken van Haarlem (NH, Weyenbergh, Grebner), Vogelenzang (NH, Kinker), Hillegom (ZH, Kinker), Noordwijk (ZH, De Graaf), Katwijk (ZH, De Graaf), Scheveningen (ZH, Snellen) en Wassenaar (ZH, De Graaf). Jaartallen ontbreken. Materiaal van Wassenaar is bewaard gebleven en bevindt zich in Naturalis, voorzien van de volledige datering: 3.VIII.1860. Bovendien bevinden zich in Naturalis twee exemplaren van Aerdenhout (NH), eveneens met een van jaartal voorzien etiket, namelijk 8.VI.1863 en 11.VII.1864. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|