Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Caryocolum cauligenella
(Schmid, 1863)
Silenepalpenmot
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenNomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 352, Tineina nr. 136 Gelechia cauligenella A. Schmid Snellen 1882a: 656-657, Gelechia cauligenella Schmid Lycklama à Nijeholt 1927a: 17, nr. 2721 Gelechia cauligenella Schmid Lempke 1976a: 26, Caryocolum cauligenella (Schmid, 1863) Kuchlein 1993a: 220, nr. 742 Caryocolum cauliginella (Schm., 1863) Kuchlein & De Vos 1999: 75, nr. 0783 Caryocolum cauliginella (Schmid, 1863) Kuchlein & Bot 2010: 52, nr. 361041 Caryocolum cauliginella (Schmid, 1863) Deze website: , Caryocolum cauligenella (Schmid, 1863) Deze website: , nr. 361041 Caryocolum cauligenella (Schmid, 1863)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld in de Bouwstoffen door De Graaf & Snellen (1866: 352), Zij publiceerden de vondst van de soort door Snellen op zandgrond bij Den Haag (ZH), waar hij in juli de rupsen aantrof in het onderste deel van de stengels van Silene otites. Daaruit wist hij in augustus de vlinders uit te kweken. Materiaal van Snellen uit die periode is bewaard gebleven en daarbij bevindt zich een vlinder met de volledige datum op het etiket: 5.VIII.1864. Vervolgens ving Lodeesen een exemplaar in de duinen bij Overveen (NH) op 16.VIII.1871. Ook deze vlinder is behouden en bevindt zich, evenals het materiaal van Snellen, in Naturalis. Verder is over deze soort uit ons land alleen nog bekend dat de stengelgal te Katwijk (ZH) op Silene nutans is waargenomen (Docters van Leeuwen 1957: 270). Dat moet in de eerste helft van de twintigste eeuw hebben plaatsgevonden. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|