Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Caryocolum alsinella
(Zeller, 1868)
Donkere hoornbloempalpenmot
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 351, Tineina nr. 133 Gelechia maculiferella Dgl. Snellen 1882a: 658-659, Gelechia maculiferella Dougl. partim Lycklama à Nijeholt 1927a: 16, nr. 2658 Gelechia maculiferella Dgl. Lempke 1976a: 26, Caryocolum alsinella (Zeller, 1868) Kuchlein 1993a: 220, nr. 741 Caryocolum alsinella (Zell., 1868) Kuchlein & De Vos 1999: 75, nr. 0782 Caryocolum alsinella (Zeller, 1868) Kuchlein & Bot 2010: 52, nr. 361031 Caryocolum alsinella (Zeller, 1868)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld in de Bouwstoffen door De Graaf & Snellen (1866: 351) onder de naam Gelechia maculiferella. Zoals uit de beschrijvingen in het boek van Snellen (1882: 658-659) blijkt, gingen onder deze naam twee soorten schuil, namelijk de huidige Cariocolum alsinella en C. blandulella. Eerstgenoemde duidt hij aan als “type”, de andere als variëteit 1, die met het type tamelijk veel zou voorkomen in de duinen. De Graaf & Snellen (l.c.) noemen, zoals uit de tekst van Snellen is af te leiden, voor het “type” twee locaties, namelijk Wassenaar (ZH, Snellen, juli en begin augustus in de reten van rasters verscholen) en de duinen bij Den Haag (ZH, Snellen). Van Wassenaar is materiaal van C. alsinella behouden gebleven, dat zich in Naturalis bevindt en dat uit de periode 1855-1865 zal stammen. Bovendien staat in Naturalis een vlinder uit Haarlem (NH) met een volledige datering, namelijk 18.VI.1865. Het is raadzaam om de ontdekking in ons land van deze soort te vergelijken met die van C. blandulella. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|