Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Carpatolechia fugitivella
(Zeller, 1839)
Bleekkruiniepenpalpenmot
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 360, Tineina nr. 125 Gelechia fugacella Zell. Snellen 1882a: 664-665, Gelechia fugitivella Zell. Lycklama à Nijeholt 1927a: 17, nr. 2746 Gelechia fugitivella Z. Lempke 1976a: 25, Teleiodes fugitivella (Zeller, 1839) Kuchlein 1993a: 219, nr. 683 Teleiodes fugitivella (Zell., 1839) Kuchlein & De Vos 1999: 73, nr. 0731 Teleiodes fugitivella (Zeller, 1839) Kuchlein & Bot 2010: 50, nr. 360521 Teleiodes fugitivella (Zeller, 1839)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld in de Bouwstoffen door De Graaf & Snellen (1866: 350), waarbij drie locaties worden vermeld, namelijk Leeuwarden (FR, J.H. Albarda), Velp (GE, De Roo van Westmaas, rupsen vooral op Ulmus sp. in april, vlinders in mei en juni) en Rotterdam (ZH, Snellen, vlinders zeldzaam tegen stammen van Ulmus sp.). Jaartallen ontbreken, maar de vondsten zullen zeer waarschijnlijk stammen uit de periode 1855-1865. In ieder geval is materiaal van Albarda behouden (Lempke 1985: 61). Dit bevindt zich in Naturalis. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|