Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Recurvaria leucatella
(Clerck, 1759)
Witkopmeidoornpalpenmot
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1851: 47, nr. 812 Gelechia leucatella L. De Graaf & Snellen 1866: 352, Tineina nr. 137 Gelechia leucatella L. Snellen 1882a: 670, Recurvaria leucatella Clerck Lycklama à Nijeholt 1927a: 17, nr. 2873 Recurvaria leucatella Cl. Lempke 1976a: 25, Recurvaria leucatella (Clerck, 1759) Kuchlein 1993a: 218, nr. 672 Recurvaria leucatella (Cl., 1759) Kuchlein & De Vos 1999: 72, nr. 0721 Recurvaria leucatella (Clerck, 1759) Kuchlein & Bot 2010: 49, nr. 360421 Recurvaria leucatella (Clerck, 1759)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Opgenomen in de eerste werkelijke lijst van de Nederlandse vlinders (De Graaf 1851: 47) onder de naam Gelechia leucatella. Deze lijst werd in de Bouwstoffen gepubliceerd. Over Recurvaria leucatella wordt alleen vermeld dat deze te Leiden (ZH, De Graaf) en in Zeeland (ZE, De Bruyne) was gevonden. Jaartallen ontbreken, maar de vondsten stammen waarschijnlijk uit het decennium 1840-1850. Henri de Graaf heeft namelijk in de periode 1835-1850 gegevens verzameld voor zijn lijst van Nederlandse vlinders, aanvankelijk samen met zijn beide broers (De Graaf 1851: 52). De micro's zullen pas later in die periode goed aan bod zijn gekomen. Het materiaal is verloren gegaan, maar als een bevestiging van de vondsten kan worden gezien dat deze in de later verschenen editie van De Graafs lijst zijn overgenomen (De Graaf & Snellen 1866: 352), alleen is de plaatsaanduiding Zeeland vervangen door Middelburg (ZE). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|