Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Eulamprotes superbella
(Zeller, 1839)
Kleine tijmpalpenmot
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | Snellen 1882a: 683, Ergatis superbella Zell. Lycklama à Nijeholt 1927a: 17, nr. 2892 Argyritis superbella Z. Lempke 1976a: 25, Argyritis superbella (Zeller, 1839) Lempke 1976a: 25, Argyritis superbella (Zeller, 1839) Kuchlein 1993a: 217, nr. 646 Eulamprotes superbella (Zell., 1839) Kuchlein & De Vos 1999: 72, nr. 0708 Eulamprotes superbella (Zeller, 1839) Kuchlein & Bot 2010: 49, nr. 360291 Eulamprotes superbella (Zeller, 1839)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld door De Graaf & Snellen (1868: 63), die meedelen dat de soort op verschillende plaatsen in en langs de Hollandse duinen was gevonden door Bogaart, Snellen en Weyenbergh. Jaartallen worden niet genoemd, maar materiaal dat behouden is gebleven en afkomstig is uit Overveen (NH), bevat de volledige datum op de etiketten, namelijk 13.V.1864 en 25.V.1864. Dat materiaal bevindt zich in Naturalis., Voor het eerst uit ons land vermeld in de Bouwstoffen door De Graaf & Snellen (1866: 347), die meedelen dat de vlinders bij duizenden voorkomen in de Hollandse duinen in de tweede helft van mei, juni en juli. Daarbij worden de volgende locaties vermeld: duinstreek bij Haarlem (NH, Weyenbergh), Middenduin bij Overveen (NH, Lodeesen), Hillegom (ZH, Kinker, op zandgrond), Noordwijk (ZH, De Graaf), Katwijk (ZH, De Graaf), Wassenaar (ZH, Snellen) en Scheveningen (ZH, Snellen). Jaartallen worden niet genoemd. Deze vondsten zullen waarschijnlijk stammen uit de periode 1855-1865 en die van De Graaf zullen mogelijk de oudste zijn. Behouden materiaal met jaartallen op de etiketten bevindt zich in Naturalis, namelijk Overveen 16.V.1864 en Aerdenhout (NH) 11.7.1864. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|