Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Leucoptera laburnella
(Stainton, 1851)
Goudenregendamschijfmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 398, Tineina nr. 308 Cemiostoma laburnella Staint. Snellen 1882: 950-951, Cemiostoma laburnella Staint. Lycklama à Nijeholt 1927: 26, nr. 4229 Cemiostoma laburnella Stt. Lempke 1976: 17, Leucoptera laburnella (Stainton, 1851) Kuchlein 1993: 208, nr. 363 Leucoptera laburnella (Stt., 1851) Kuchlein & De Vos 1999: 50, nr. 0400 Leucoptera laburnella (Stainton, 1851) Kuchlein & Bot 2010: 38, nr. 230020 Leucoptera laburnella (Stainton, 1851)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld door De Graaf & Snellen (1866: 398), waarbij vier locaties worden opgegeven. Dat zijn Velp (GE, E.A. de Roo van Westmaas), Haarlem (NH, H. Weyenbergh), Leiden (ZH, H.W. de Graaf, in een tuin enige exemplaren) en Rotterdam (ZH, P.C.T. Snellen, overal waar goudenregen (Laburnum anagyroides groeit overvloedig). Mogelijk is de vondst van De Graaf de eerste (periode 1845-1865). De drie andere zijn waarschijnlijk uit de periode 1855-1865, zekerheid wordt alleen geboden door het etiket van door Snellen gekweekt materiaal uit Rotterdam, dat behouden is gebleven en van een jaartal is voorzien, namelijk oktober 1861 (e.l., in Instituut van Beneden te Luik). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|