Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Antispila treitschkiella
(Fischer von Röslerstamm, 1843)
Klein kornoeljeperforeermotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | Lempke 1976: 14, Antispila petryi Martin, 1898 Kuchlein 1993: 198, nr. 101 Antispila treitschkiella F.R., 1843 Kuchlein & De Vos 1999: 27, nr. 0107 Antispila treitschkiella Fischer von Röslerstamm, 1843 Kuchlein & Bot 2010: 28, nr. 060050 Antispila treitschkiella Fischer von Röslerstamm, 1843
| | | Commentaar | De soort is door Doets (1949) nieuw voor Nederland gemeld onder de naam Antispila treitschkiella. Daarna werden de mijnen die Doets had gevonden naar Hering gezonden, die ze als die van A. petryi determineerde en onder die naam is de soort opgenomen in de naamlijst van Lempke (1976: 14). Dezelfde gang van zaken heeft zich in Groot-Britannië afgespeeld (Emmet 1976: 306). Leraut (1980: 51) synonymiseerde echter petryi Martini, 1898 met treitschkiella Fischer von Röslerstamm, 1843, waarna de soort met de naam Antispila treitschkiella op onze soortenlijsten kwam te staan (Kuchlein 1993: 198). |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | In ons land ontdekt door Doets, die in de eerste helft van augustus te Valkenburg en te Berg (bij Geulhem, beide LI) bezette mijnen op rode kornoelje (Cornus sanguinea) vond; hij wist de vlinders uit te kweken (Doets 1949: 416-417). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|