Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Antispila metallella
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Groot kornoeljeperforeermotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | Lempke 1976: 14, Antispila pfeifferella (Hübner, 1810-13) Kuchlein 1993: 198, nr. 100 Antispila metallella (D.& S., 1775) Kuchlein & De Vos 1999: 27, nr. 0106 Antispila metallella (Denis & Schiffermüller, 1775) Kuchlein & Bot 2010: 28, nr. 060040 Antispila metallella (Denis & Schiffermüller, 1775)
| | | Commentaar | Lange tijd is deze soort pfeifferella (Hübner, 1813) genoemd. Hübner heeft echter de naam Tinea pfeifferella tegelijkertijd tweemaal gepubliceerd voor twee verschillende soorten. Hübner zelf (1825: 416 verbeterde dit en verving het homoniem pfeifferella, dat betrekking had op de Antispila-soort door de naam stadtmuellerella. Niettemin is men meer dan 170 jaar het homoniem pfeifferella voor deze Antispila-soort blijven gebruiken. Toen accepteerde Nielsen (1985: 23-27) een interpretatie uit de 19e eeuw van de naam Tinea metallella Denis & Schiffermüller, 1775, waarbij deze als conspecifiek werd beschouwd met de Antispila pfeifferella van Hübner. Het senior synoniem metallella werd daardoor de geldige naam voor deze soort. |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | In ons land ontdekt door Doets, die begin augustus te Geulhem (LI) de mijnen tamelijk algemeen op rode kornoelje (Cornus sanguinea) vond; slechts enkele mijnen waren bezet en de kweek mislukte (Doets 1950b: 166). Uit in mei 1950 gevonden rupsen wist hij echter de vlinders te kweken (Bentinck 1952a: XXIII). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|