Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Pseudococcyx tessulatana
(Staudinger, 1871)
Cypresvruchtbladroller
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Jean-Laurent Hentz; http://naturedugard.org/ NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | Kuchlein & Bot 2010: 63, nr. 416585 Pseudococcyx tessulatana (Staudinger, 1871) Kuchlein & Bot 2010: 63, nr. 416585. Pseudococcyx tessulatana (Staudinger, 1871)
| | |
MorfologieAdult | | | Verwijzing naar afbeeldingen | Afgebeeld door Kennel 1910: pl. 84 fig. 62 (wijfje), Kennel 1913: pl. 15 fig. 57 (dezelfde figuur), Razowski 2003: pl. 12 fig. 355 (mannetje). NB. Omdat geen vlinders beschikbaar waren ontleend aan Kennel 1913: 361 en Razowski 2003: 105. | | | Afmetingen | Spanwijdte 13,0-18,0 mm. | | | Kop met aanhangsels | Kop: geelachtig grijs. Antenne: ongeveer de helft lengte voorrand voorvleugel. | | | Borststuk met aanhangsels | Borststuk: geelachtig grijs, evenals de schouderdeksels. Voorvleugel: bleek grijsgeel, soms wat bruinachtig en soms wat naar roze neigend; de tekening bestaat uit een aantal fijne volledige zwarte dwarsstrepen, twee in de basale helft en twee in de buitenste helft van de vleugel gelegen, plus nog een vijfde op de buitenrand; de derde is bij de binnenrand gevorkt, de derde en vierde hebben een dwarsverbinding en de vierde is bovendien in het staarthoekgedeelte verenigd met de buitenrandlijn; tussen deze zwarte tekening bevinden zich okerkleurige of bruine schaduwen, die ten dele tot dwarsbanden zijn verenigd; franje gekleurd als voorvleugel of iets donkerder. Achtervleugel: grijs, bruingrijs of lichtgrijs met witachtige franje. | | | Achterlijf met genitalien | Achterlijf: grijsbruin. Genitaliën: afbeeldingen van de genitaliën bij Chambon 1999: 269, fig. 2323 (mannetje); Razowski 2003: pl. 34 fig. 355 (mannetje), pl. 80 fig. 355 (vrouwtje). | | | Variabiliteit | Gering. Enkele variaties kwamen in het voorafgaande al aan de orde. Op de voorvleugel kunnen sporen van extra zwarte dwarsstrepen voorhanden zijn, anderzijds is de schaduwtekening bij lichter gekleurde vleugels soms gereduceerd. | | | Herkenbaarheid | De voorvleugel met de hierboven beschreven grondkleur en zwarte tekening is kenmerkend voor deze soort. | | | Onvolwassen stadia | | | Ei | Onbeschreven. | | | Rups | Kop en nekschild bruin, deze laatste van achteren donker gerand, beide zijn afgebeeld door Swatschek 1958, fig. 142; lichaam sterk gekorreld door kleine doorntje, de wratten bruin (Swatschek 1958: 131, hiernaar wordt ook verwezen voor een meer gedetailleerde beschrijving). | | | Pop | Afgebeeld door Patocka & Turcáni 2005b: pl. 131 fign. 7-16. Beschrijving: afmetingen 6,8-1,9 mm; bleek okerkleurig; kop en borststuk enigszins glanzend, met stevige donkere doorns; sculptuur redelijk fijn; met papillen op het achterlijf (Patocka & Turcáni 2005a: 198). |
OecologieLevenswijze en voedsel | | | Rups | Oligofaag; op cypres (Cupressus sempervirens), maar ook bekend van andere Cupressaceae, zoals oosterse levensboom (Thuja orientalis); in de kegels (vruchten), zowel kegels aan het begin van hun ontwikkeling als volgroeide. De verpopping vindt plaats in de aangetaste kegel. | | | Adult | Geen informatie. | | | Biotoop | Tuinen. | | | Geografische verspreiding | | | Nederland | H. Hoornveld fotografeerde een door hem op 13.V.2006 te Jubbega (FR) gevonden exemplaar; de vlinder werd buitenshuis aangetroffen in de buurt van cypres (Koster 2010: 48-49). Dit enige uit Nederland bekende exemplaar is niet bewaard; F. Groenen heeft de soort op basis van de foto op naam gebracht; dit is bij P. tessulatana goed mogelijk (zie herkenbaarheid). Dit is de tweede adventieve vondst voor Noordwest-Europa. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | Het eerste exemplaar in Noordwest-Europa is gevonden in 2005 te Dalheim (Nordrhein-Westfalen) vlak bij de Nederlandse grens (aan de Nederlandse kant ligt de Meinweg); deze vondst was de eerste voor heel Duitsland. | | | [download kaart als pdf] | | | Areaal | In Europa de Middellandse-Zeelanden (met Zuid-Frankrijk) plus Portugal, Bulgarije en de westelijke Kaukasus; ten noorden daarvan slechts enkele incidentele waarnemingen met name in Noord-Zwitserland en de beide hierboven genoemde adventieve vondsten uit Nederland en Duitsland. Buiten Europa alleen bekend van Noord-Afrika en Turkije. | | | Abundantie | | | Levenscyclus en voltinisme | Vrij zeker bivoltien; in Frankrijk de vlinders in III-IV en VII-VIII; de rups overwintert (Lhomme 1946: 313). | | | Aantalsbewegingen en economische betekenis | P. tessulatana is in Italië de ernstigste beschadiger van cypreskegels; de meeste schade treedt op bij takken met weinig kegels (Cantini et al. 2001: 107-110). |
LiteratuurCantini, R. & A. Battisti, 2001. Impact and control of the cone tortricid Pseudococcyx tessulatana (Staudinger), damaging the cone crop of a selected clone of cypress (Cupressus sempervirens L.) in Italy. Anzeiger fur Schädlingskunde 74: 107-110.
Chambon, J.-P., 1999. Atlas des genitalia mâles des Lepidoptères Tortricidae de France et Belgique. Parijs.
Kennel, J., 1908-1921. Die Palaearktischen Tortriciden. Eine monographische Darstellung. Zoologica 21(54): 1-742.
Koster, J.C., 2010. Faunistische mededelingen. In: M.J. van der Straten. Verslag bijeenkomst Sectie Snellen op 27 maart 2010 te Schoonrewoerd. Franje 13: 45-49.
Kuchlein, J.H. & L.E.J. Bot, 2010. Identification Keys to the Microlepidoptera of The Netherlands. Wageningen & Zeist.
Lhomme, L. (red.), 1946. Microlépidoptères 3. Catalogue des Lépidoptères de France et de Belgique 2: 308-488.
Patocka, J. & M. Turcáni, 2005a. Lepidoptera Pupae. Central European Species. Text volume. Stenstrup.
Patocka, J. & M. Turcáni, 2005b. Lepidoptera Pupae. Central European Species. Plate volume. Stenstrup.
Razowski, J., 2003. Tortricidae (Lepidoptera) of Europe 2. Olethreutinae. Bratislava.
|
|