Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Pandemis cerasana
(Hübner, 1786)
Kersenbladroller
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1851: 37, nr. 641 Tortrix ribeana Hb. De Graaf 1862: 62-63, Tortricina nr. 21 Tortrix ribeana Hb. De Graaf 1862: 63, Tortricina nr. 22 Tortrix cerasana Hb. Snellen 1882a: 203-204, Tortrix ribeana Hübn. Lycklama à Nijeholt 1927a: 7, nr. 1540 Pandemis ribeana Hb. Bentinck & Diakonoff 1968: 20-21, nr. 3 Pandemis cerasana (Hb.) Lempke 1976a: 28, Pandemis cerasana (Hübner, 1786) Kuchlein 1993a: 222, nr. 781 Pandemis cerasana (Hb., 1786) Kuchlein & De Vos 1999: 90, nr. 0957 Pandemis cerasana (Hübner, 1786) Kuchlein & Bot 2010: 58, nr. 413070 Pandemis cerasana (Hübner, 1786)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Opgenomen in de eerste naamlijst van de Nederlandse vlinders (De Graaf 1851: 37) onder de naam Tortrix ribeana. Deze in de Bouwstoffen gepubliceerde lijst vermeldt slechts dat de soort in Zuid-Holland was gevonden door De Graaf zelf. Met deze plaatsaanduiding wordt bedoeld dat de soort op verschillende gronden door de hele provincie voorkomt (l.c.: 53). In de tweede editie van zijn naamlijst noemt De Graaf (1862: 62) twee locaties in de provincie Zuid-Holland, waar hij de soort verzameld had, namelijk Noordwijk en Leiden. Het materiaal van De Graaf is vrij zeker verloren gegaan. Jaartallen ontbreken, maar de gegevens stammen zeer waarschijnlijk uit het decennium 1840-1850. Henri de Graaf heeft namelijk in de periode 1835-1850 gegevens verzameld voor zijn lijst van Nederlandse vlinders, aanvankelijk als jongeman samen met zijn beide broers (1851: 52). Pas later in deze periode zullen, naar wij aannemen, de micro's goed aan bod zijn gekomen. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|