Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Eulia ministrana
(Linnaeus, 1758)
Gevlamde bladroller
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1862: 68, Tortricina nr. 47 Tortrix ministrana L. Snellen 1882a: 217-218, Tortrix ministrana Linn. Lycklama à Nijeholt 1927a: 7, nr. 1562 Eulia ministrana L. Bentinck & Diakonoff 1968: 46, nr. 40 Eulia ministrana (L.) Lempke 1976a: 29, Eulia ministrana (Linnaeus, 1758) Kuchlein 1993a: 224, nr. 825 Eulia ministrana (L., 1758) Kuchlein & De Vos 1999: 88, nr. 0934 Eulia ministrana (Linnaeus, 1758) Kuchlein & Bot 2010: 57, nr. 411890 Eulia ministrana (Linnaeus, 1758)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land gemeld in de Bouwstoffen door De Graaf (1862: 68), die daarbij als locaties opgaf: Kuikhorne, Langweer, Oldeberkoop (alle FR, J.H. Albarda, hij vond ook de rupsen in september en oktober op Alnus glutinosa en Betula sp.; deze overwinterden en verpopten in mei), Voorst (GE, Snellen van Vollenhoven, juni), Nijkerk (GE, Van Medenbach de Rooy), Velp (GE, De Roo van Westmaas, vrij zeldzaam), Gliphoeve (NH, Snellen van Vollenhoven) en een niet genoemde locatie in NB (Snellen, enige exemplaren uit elzen geklopt). Jaartallen ontbreken, maar de vondsten zullen stammen uit de periode 1851-1862. Het meeste materiaal is verloren gegaan. Behouden bleven de vlinders uit Kuikhorne (op 2, 18 en 20 mei en 9 juni, ex larva) van J.H. Albarda (Lempke 1985:69), die zich thans in Naturalis bevinden. Daar staat bovendien een vlinder uit die periode met een jaartal op het etiket, namelijk 28.V.1858, afkomstig uit Breda (NB). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|