Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Cnephasia stephensiana
(Doubleday, 1849)
Grote grijze kruidenbladroller
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1862: 69, ?Tortricina nr. 51 Sciaphila chrysantheana Dup. De Graaf 1862: 69, ?Tortricina nr. 53 Sciaphila wahlbomiana L. Snellen 1882a: 227-229, Sciaphila wahlbomiana Linn. partim Lycklama à Nijeholt 1927a: 8, nr. 1624 Cnephasia chrysantheana Dup. Bentinck & Diakonoff 1968: 47, nr. 41 Cnephasia chrysantheana (Dup.) Lempke 1976a: 29, Cnephasia stephensiana (Doubleday, 1849) Kuchlein 1993a: 224, nr. 828 Cnephasia stephensiana (Dbld., 1849) Kuchlein & De Vos 1999: 88, nr. 0927 Cnephasia stephensiana (Doubleday, 1849) Kuchlein & Bot 2010: 56, nr. 411820 Cnephasia stephensiana (Doubleday, 1849)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | In de eerste naamlijst van De Graaf (1851: 38) wordt al een Sciaphila wahlbomiana opgevoerd, die behoort tot het soortencomplex waarvan tot op heden in ons land zeven soorten zijn gevonden. In zijn tweede naamlijst onderscheidde De Graaf (1862: 70) eveneens zeven soorten, waaruit in ieder geval blijkt dat in die periode meerdere soorten van het complex in ons land gevonden waren. Snellen (1882: 227-229) maakte een einde aan de determinatieproblemen door de soorten van het soortencomplex als vormen van één soort te beschouwen met de naam Sciaphila wahlbomiana. Pas in de tweede naamlijst voor de Nederlandse micro's van Lycklama à Nijeholt (1927: 8) keert Cnephasia wahlbomiana s. str. als nummer 1621 terug op de Nederlandse lijst. De gegevens die in de eerste lijst van De Graaf (1851: 38) bij de soort Sciaphila wahlbomiana werden vermeld, zijn niet overgenomen in de tweede (De Graaf 1862: 70), stellig omdat hij twijfelde aan de determinatie. Het materiaal is vrijwel zeker niet behouden en ook het materiaal van De Roo van Westmaas, waarnaar De Graaf (l.c.) in zijn tweede lijst verwijst, is verloren gegaan. Als de meest zekere vondst van Cnephasia stephensiana uit de periode rond 1860 blijft resteert dan de vangst van een exemplaar bij Tilburg (NB) door Snellen (l.c.). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|