Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Neosphaleroptera nubilana
(Hübner, 1799)
Donkere meidoornbladroller
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | Snellen 1882a: 229-230, Sciaphila nubilana Hübn. Lycklama à Nijeholt 1927a: 8, nr. 1630 Cnephasia nubilana Hb. Bentinck & Diakonoff 1968: 51, nr. 49 Neosphaleroptera nubilana (Hb.) Lempke 1976a: 30, Neosphaleroptera nubilana (Hübner, 1796-99) Kuchlein 1993a: 225, nr. 835 Neosphaleroptera nubilana (Hb., 1799) Kuchlein & De Vos 1999: 87, nr. 0921 Neosphaleroptera nubilana (Hübner, 1799) Kuchlein & Bot 2010: 56, nr. 411760 Neosphaleroptera nubilana (Hübner, 1799)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld in het werk van Sepp, waarin Snellen van Vollenhoven (1860-1864: 221) deze soort behandelt. Snellen van Vollenhoven had bij Leiden (ZH) de rupsjes gevonden op meidoorn (Crataegus sp.) tussen de blaadjes aan de uiteinden van de takken en daaruit in juni de vlinders gekweekt (De Graaf & Snellen 1865: 36). Ook Kinker kweekte in dezelfde periode de vlinder op uit een te Amsterdam (NH) gevonden rups (l.c.). Jaartallen ontbreken en het materiaal is waarschijnlijk verloren gegaan. De vondsten zullen van rond 1860 dateren. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|