Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Eupoecilia angustana
(Hübner, 1799)
Polyfaag kruidengeeltje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1862: 71, Tortricina nr. 63 Conchylis cruentana Fröl. Snellen 1882a: 240, Conchylis angustana Hübn. Lycklama à Nijeholt 1927a: 8, nr. 1827 Euxanthis angustana Hb. Lempke 1976a: 35, Eupoecilia angustana (Hübner, 1796-99) Kuchlein 1993a: 226, nr. 882 Eupoecilia angustana (Hb., 1799) Kuchlein & De Vos 1999: 85, nr. 0861 Eupoecilia angustana (Hübner, 1799) Kuchlein & Bot 2010: 54, nr. 410160 Eupoecilia angustana (Hübner, 1799)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld door De Graaf (1862: 71), die daarbij acht locaties noemt, namelijk Kuikhorne (FR, J.H. Albarda, begin augustus veel op een heide, even na zonsondergang), Arnhem (GE, Grebner) Oosterbeek (GE, Snellen), Rozendaal (GE, De Graaf), Velp (GE, De Roo van Westmaas, juli en augustus op heide), Nijkerk (GE, Van Medenbach de Rooy), Doorn, Zeist (beide UT, De Graaf).Een bevestiging van deze vondsten ontbreekt, omdat Snellen (1882: 240) de soort als overal zeer gewoon op heiden beschouwde, behalve in de duinen van Noord-Holland. Veel van het materiaal is verloren gegaan, maar mogelijk behoort een oud exemplaar uit Arnhem in Naturalis daar niet toe. Jaartallen ontbreken steeds, maar de vermelde vondsten zullen stammen uit de periode 1851-1862. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|