Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Scythris limbella
(Fabricius, 1775)
Ganzenvoetkortkopje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1851: 45, nr. --- Scythris chenopodiella Hb. De Graaf & Snellen 1866: 363, Tineina nr. 176 Butalis chenopodiella Hb. Snellen 1882a: 746-747, Butalis chenopodiella Hübn. Lycklama à Nijeholt 1927a: 20, nr. 3516 Scythris chenopodiella Hb. Lempke 1976a: 28, Scythris quadriguttella (Thunberg, 1794) Kuchlein 1993a: 217, nr. 622 Scythris limbella (Fabr., 1775) Kuchlein & De Vos 1999: 68, nr. 0664 Scythris limbella (Fabricius, 1775) Kuchlein & Bot 2010: 47, nr. 330030 Scythris limbella (Fabricius, 1775)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Opgenomen in de eerste werkelijke lijst van de Nederlandse vlinders (De Graaf 1851: 45). In deze in de Bouwstoffen gepubliceerde lijst vermeld onder de naam (Scythris chenopodiella. De lijst geeft alleen de locaties en de verzamelaars en dat is bij deze soort één locatie, namelijk Katwijk (ZH), waar De Graaf zelf de vlinder ving. Dit materiaal van De Graaf is verloren gegaan en kan niet meer worden bekeken. Deze vondst van De Graaf werd in een latere, sterk uitgebreide, eveneens in de Bouwstoffen verschenen editie van De Graafs lijst overgenomen (De Graaf & Snellen 1866: 383), waarbij de locatie werd gewijzigd in Katwijk aan Zee (ZH). Dit kan als een bevestiging worden gezien. De vondst stamt hoogstwaarschijnlijk uit de periode 1840-1850. Henri de Graaf heeft in de periode 1835-1850 gegevens verzameld voor zijn lijst van Nederlandse vlinders, aanvankelijk als jongeman samen met zijn beide broers (De Graaf 1851: 52). Later in deze periode zullen naar wij aannemen de micro's pas goed aan bod zijn gekomen. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|