Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Coleophora caespititiella
Zeller, 1839
Klein ruskokermotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | Lempke 1976: 22, Coleophora caespititiella Zeller, 1839 Kuchlein 1993: 214, nr. 556 Coleophora caespititiella Zell., 1839 Kuchlein & De Vos 1999: 63, nr. 0604 Coleophora caespititiella Zeller, 1839 Kuchlein & Bot 2010: 45, nr. 290710 Coleophora caespititiella Zeller, 1839
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Vári (1943: XXV) bemerkte als eerste dat van het caespititiella-complex meerdere soorten in ons land voorkomen en introduceerde één daarvan onder de naam C. agrammella Wood, maar deze naam bleek later een synoniem te zijn van de eigenlijke C. caespititiella. Deze verwarrende naamsveranderingen waren het resultaat van typenonderzoek door Bradley (1955b: 273-277). Vári (l.c.) ving van de huidige C. caespititiella in 1941 een exemplaar te Amsterdam-West (NH), maar herkende vervolgens een tweetal vlinders uit Breda (NB) in het Leids Museum (thans Naturalis), afkomstig van Heylaerts. Die stammen ruwweg uit de periode 1860-1900. In Naturalis bleek zich ook nog oud materiaal uit Leiden (ZH) te bevinden (Doets & Vári 1943: 72). Het onderzoek van Vári en Doets naar de gevolgen van deze soortsplitsing was vooral gebaseerd op een helder overzicht van Hackman (1941: 23-28), dat goede afbeeldingen van de genitaliën van de betrokken soorten en de zakjes bevatte. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|