Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Coleophora albidella
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Wit breedbladwilgkokermotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 380, Tineina nr. 232 Coleophora anatipennella Hb. partim Snellen 1882: 840-841, Coleophora anatipennella Hübn. Lycklama à Nijeholt 1927: 22, nr. 3800 (moet zijn: 3799) Coleophora anatipennella Hb. Lempke 1976: 22, Coleophora albidella (Denis & Schiffermüller, 1775) Kuchlein 1993: 213, nr. 535 Coleophora albidella (D.& S., 1775) Kuchlein & De Vos 1999: 62, nr. 0583 Coleophora albidella (Denis & Schiffermüller, 1775) Kuchlein & Bot 2010: 45, nr. 290490 Coleophora albidella (Denis & Schiffermüller, 1775)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | In de eerste lijst van Nederlandse vlinders in de Bouwstoffen (De Graaf 1851: 48) is een vondst uit Leiden (ZH) van De Graaf zelf gepubliceerd onder de naam Coleophora tiliella Schr. Daarmee werd bedoeld C. anatipennella, waarvan C. albidella nog niet was afgesplitst. Dat laatste gebeurde – wat de Nederlandse lijst betreft – in 1871 (De Graaf & Snellen 1871: 235). Bij eerder gepubliceerde vondsten van de nog ongesplitste soort is derhalve niet zeker of deze tot C. albidella, dan wel tot C. anatipennella hebben behoord, tenzij de waardplant is vermeld (de waardplanten zijn namelijk verschillend) of het materiaal voor onderzoek behouden is gebleven. De zojuist genoemde, bij Leiden door De Graaf gevangen vlinder is verloren gegaan, zodat we nooit zullen weten tot welke der beide soorten deze eerste melding uit ons land behoorde. Uit de in de Bouwstoffen (De Graaf & Snellen 1866: 380) vermelde vondsten van de nog ongesplitste soort is een gekweekt wijfje van Albarda uit Huizum (FR) behouden gebleven, dat zich in Naturalis bevindt. Het bleek tot C. albidella te behoren (Lempke 1985: 52-53). Albarda had inderdaad de vlinder uit boswilg (Salix caprea), een waardplant van C. albidella, gekweekt (De Graaf & Snellen 1866: 380), maar daarbij werd niet de locatie vermeld. Albarda, die zijn etiketten nooit van een jaartal voorzag, zal de vlinder vrij zeker gekweekt hebben in de periode 1855-1865 (zie Lempke 1985: 19-20). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|