Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Elachista argentella
(Clerck, 1759)
Wit grasmineerdertje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 388, Tineina nr. 272 Elachista argentella Clerck Snellen 1882: 876-877, Elachista argentella Clerck Lycklama à Nijeholt 1927: 23, nr. 4024 Elachista argentella Cl. Lempke 1976: 22, Elachista argentella (Clerck, 1759) Kuchlein 1993: 212, nr. 470 Elachista argentella (Cl., 1759) Kuchlein & De Vos 1999: 59, nr. 0508 Elachista argentella (Clerck, 1759) Kuchlein & Bot 2010: 43, nr. 270190 Elachista argentella (Clerck, 1759)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld in de Bouwstoffen (De Graaf & Snellen 1866: 387) en toen al van zes locaties bekend. Genoemd worden Velp (GE, De Roo van Westmaes), Overveen (NH, Kinker), Noordwijk (ZH, De Graaf en Kinker), Den Haag (ZH, Snellen, ook de rupsen), Wassenaar, Hoek van Holland, (beide ZH, De Graaf). Jaartallen worden niet vermeld. Het materiaal is verzameld, ruw geschat, rond 1860, de vlinders van De Graaf mogelijk eerder. In Naturalis bevindt zich materiaal uit die periode (zonder jaartal), afkomstig uit Den Haag en Noordwijk. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|