Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Elachista rufocinerea
(Haworth, 1828)
Bleek witbolmineerdertje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 388, Tineina nr. 270 Elachista rufocinerea Haw. Snellen 1882: 877, Elachista rufocinerea Haw. Lycklama à Nijeholt 1927: 23, nr. 4013 Elachista rufocinerea Hw. Lempke 1976: 22, Elachista rufocinerea (Haworth, 1828) Kuchlein 1993: 212, nr. 468 Elachista rufocinerea (Hw., 1828) Kuchlein & De Vos 1999: 59, nr. 0506 Elachista rufocinerea (Haworth, 1828) Kuchlein & Bot 2010: 43, nr. 270170 Elachista rufocinerea (Haworth, 1828)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld in de Bouwstoffen (De Graaf & Snellen 1866: 388) en toen al van zeven locaties bekend. Genoemd worden Kuikhorne, Oldeberkoop (beide FR, Albarda), Haarlem (NH, Weyenbergh), Middenduin bij Overveen (NH, Kinker), Gliphoeve bij Heemstede (NH, Snellen van Vollenhoven), Den Haag (ZH, Snellen), Wassenaar (ZH, De Graaf). Jaartallen ontbreken (behoudens één uitzondering), maar ruwweg zullen de vondsten van rond 1860 dateren, die van De Graaf mogelijk eerder. In Naturalis bevindt zich een exemplaar uit Haarlem, gedateerd 19.IV.1861. In Naturalis staat ook nog materiaal uit die periode zonder jaartal op het etiket en dat is afkomstig uit Kuikhorne, Oldeberkoop en Gliphoeve. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|