Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Stathmopoda pedella
(Linnaeus, 1761)
Bruin achterpootstrekkertje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 383, Tineina nr. 247 Stathmopoda pedella L. Snellen 1882: 866, Stathmopoda pedella L. Lycklama à Nijeholt 1927: 21, nr. 3565 Stathmopoda pedella L. Lempke 1976: 27, Stathmopoda pedella (Linnaeus, 1761) Kuchlein 1993: 211, nr. 445 Stathmopoda pedella (L., 1761) Kuchlein & De Vos 1999: 56, nr. 0485 Stathmopoda pedella (Linnaeus, 1761) Kuchlein & Bot 2010: 42, nr. 240771 Stathmopoda pedella (Linnaeus, 1761)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Mogelijk wordt Stathmopoda pedella voor het eerst uit ons land vermeld in Bennet & Olivier (1824: 354). Zij behandelen aldaar Argyresthia goedartella en de daarbij verstrekte summiere beschrijving van de vlinder heeft stellig betrekking op deze soort. Als “eigenschap” wordt daaraan toegevoegd dat de vlinder in rust op vier poten staat, terwijl het achterste potenpaar schuin omhoog wordt uitgestrekt. Die houding is evenwel karakteristiek voor Stathmopoda pedella. Uit deze fout blijkt dat Bennet & Olivier de vlinder gezien hebben en dit niet hebben overgenomen van bijvoorbeeld Linnaeus (1761: 367). Linnaeus had dit gedrag van de vlinders ook beschreven, maar deze beschrijving wél bij de juiste soort ondergebracht. Als milieutype voor Argyresthia goedartella geven Bennet & Olivier (l.c.) elzenbossen op en daar zou ook Stathmopoda pedella gevonden kunnen zijn. Bovendien maakt dit hun vergissing iets begrijpelijker. Het jaartal ontbreekt, maar de vondst zal ruw geschat uit rond 1820 dateren. De eerstvolgende vermelding is in De Graaf & Snellen (1886: 383), die vier locaties noemen, namelijk Nijkerk (GE, H.C. van Medenbach de Rooy Sr.), Driebergen (UT, G.A. Six), Noordwijk (ZH, De Graaf, 5 augustus, 1 exemplaar) en Rotterdam (ZH, P.C.T. Snellen, een vlinder op 21.VII.1860 in elzenhakhout). Alleen de laatste vondst is dus van een jaartal voorzien. De drie andere zullen ruw geschat van rond 1860 dateren. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|