Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1851: 46, nr. 799 Psecadia funerella Hb. De Graaf 1864: 222, Tineina nr. 059 Psecadia funerella F. Snellen 1882: 605, Psecadia funerella Fabr. Lycklama à Nijeholt 1927: 19, Psecadia funerella F. Lempke 1976: 24, Ethmia funerella (Fabricius, 1789) Kuchlein 1993: 209, nr. 418 Ethmia funerella (Fabr., 1787) Kuchlein & De Vos 1999: 53, nr. 0455 Ethmia quadrillella (Goeze, 1783) Kuchlein & Bot 2010: 40, nr. 240470 Ethmia quadrillella (Goeze, 1783)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | In ons land ontdekt door A.J van Eyndhoven, die de soort te Zutphen (GE) vond (De Graaf 1851: 46). Uit de behandeling van het rouwdragertje (Ethmia quadrillella) door Van Eyndhoven zelf in het seriewerk van Sepp (red. J. Sepp & S.C. Snellen van Vollenhoven 1843-1855: 227) blijkt dat hij de vlinder in juni vond. Bovendien verzamelde hij de rupsen in augustus, september en begin oktober op smeerwortel (Symphytum officinale). De poppen overwinterden en de vlinders verschenen in mei, juni en juli. De ontdekking zal in het decennium 1840-1850 hebben plaatsgevonden. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|