Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Plutella porrectella
(Linnaeus, 1758)
Gevlamd motje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1851: 44, nr.768 Plutella porrectella L. De Graaf 1864: 223, Tineina nr. 62 Plutella porrectella L. Snellen 1882: 542, Plutella porrectella Linn. Lycklama à Nijeholt 1927: 15, nr. 2444 Plutella porrectella L. Lempke 1976: 20, Plutella porrectella (Linnaeus, 1758) Kuchlein 1993: 207, nr. 346 Plutella porrectella (L., 1758) Kuchlein & De Vos 1999: 48, nr. 0383 Plutella porrectella (Linnaeus, 1758) Kuchlein & Bot 2010: 37, nr. 190500 Plutella porrectella (Linnaeus, 1758)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld door Bennet & Olivier (1824: 353-354). Hun korte beschrijving van de vlinder en de mededeling dat de soort “in de tuinen op de bloemen van damast, enz.” is gevonden, zouden kunnen wijzen op een correcte determinatie. Ook in het seriewerk van Sepp (Sepp & Snellen van Vollenhoven (red.) 1843-1855: 45) wordt de soort (onder de naam gevlamde motvlinder) al behandeld (zie Snellen 1852: 27). Vervolgens nam De Graaf P. porrectella op in zijn naamlijst (De Graaf 1851: 44) onder vermelding van de locatie “Zuid-Holland”. Later bevestigde hij deze vondst, maar merkte daarbij op dat de nauwkeurige vindplaats niet door hem was opgenomen (De Graaf 1864: 223). De vondst dateerde waarschijnlijk uit het decennium 1840-1850. In laatstgenoemde publicatie noemde De Graaf nóg drie locaties, namelijk Arnhem (GE, Q.M.R. Verhuell)en Nijkerk (GE, E.A. de Roo van Westmaas), beide waarschijnlijk uit het decennium 1850-1860 (Verhuell woonde juist in dat decennium in Arnhem (zie Kuchlein 1993: 111)), alsmede bij Amsterdam (NH, Van Veerssen (opgave van Snellen), waarschijnlijk van rond 1860). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|