Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Ocnerostoma friesei
Svensson, 1966
Bivoltien wit dennenmineermotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 270, Tineina nr. 204 Ocnerostoma piniariella Zell. partim Snellen 1882: 540, Ocnerostoma piniariella Zell. partim Lycklama à Nijeholt 1927: 15, nr. 2437 Ocnerostoma piniariella Z. partim Lempke 1976: 20, Ocnerostoma friesei Svensson, 1966 partim Kuchlein 1993: 205, Ocnerostoma friesei Svn., 1966 Kuchlein & De Vos 1999: 45, nr. 0335 Ocnerostoma friesei Svensson, 1966 Kuchlein & Bot 2010: 36, nr. 170180 Ocnerostoma friesei Svensson, 1966
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst is Ocnerostoma friesei uit ons land gemeld door De Graaf & Snellen (1866: 370), die twee locaties noemt voor deze toen nog niet van O. piniariella afgesplitste soort. Daarvan ligt één in de provincie Friesland (Kuikhorne, van J.H. Albarda) en de ander in de provincie Gelderland (Velp, van E.A. de Roo van Westmaas). Van Kuikhorne is materiaal behouden gebleven: de drie vlinders bevinden zich in Naturalis met op het etiket de datum 27.IV (Lempke 1985: 49-50; Koster 1990: 153). Het jaartal ontbreekt. De gegevens over deze soort zullen zeer waarschijnlijk uit rond 1860 stammen. Wat de door De Graaf & Snellen voor O. piniariella s.l. genoemde locatie Oldeberkoop (FR) betreft, is het niet met zekeerheid bekend welk stadium Albarda wanneer gevonden heeft, waardoor deze mogelijkheid om de soort te determineren ontbreekt. Dit kan wel bij de locatie Velp, waar De Roo de vlinders in de maand april aantrof, zodat hij O. friesei onder ogen moet hebben gehad. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|