Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Phyllonorycter schreberella
(Fabricius, 1781)
Zwartkruiniepenvouwmijnmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 395, Tineina nr. 298 Lithocolletis schreberella F. Snellen 1882: 931, Lithocolletis schreberella Fabr. Lycklama à Nijeholt 1927: 25, nr. 4191 Lithocolletis schreberella F. Lempke 1976: 18, Phyllonorycter schreberella (Fabricius, 1781) Kuchlein 1993: 204, nr. 247 Phyllonorycter schreberella (Fabr., 1781) Kuchlein & De Vos 1999: 42, nr. 0296 Phyllonorycter schreberella (Fabricius, 1781) Kuchlein & Bot 2010: 35, nr. 160670 Phyllonorycter schreberella (Fabricius, 1781)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld door De Graaf & Snellen (1866: 395), waarbij vier locaties in Zuid-Holland worden genoemd, namelijk Dordrecht (door De Roo van Westmaas), Noordwijk (door De Graaf) en Rotterdam en 's-Gravenhage (beide door Snellen). Bovendien vond Albarda de soort op een aantal plaatsen in Friesland. Albarda en Snellen kweekten de vlinders. Jaartallen worden niet opgegeven, maar ruw geschat dateren de vondsten uit de periode 1855-1865. In het Instituut van Beneden te Luik (België) bevindt zich een vlinder met het jaartal 1864 op het etiket. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|