Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Phyllonorycter esperella
(Goeze, 1783)
Bruin haagbeukvouwmijnmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 392, Tineina nr. 206 Lithocolletis carpinicolella Staint. Snellen 1882: 925, Lithocolletis carpinicolella Staint. Lycklama à Nijeholt 1927: 25, nr. 4151 Lithocolletis carpinicolella Stt. Lempke 1976: 18, Phyllonorycter quinnata (Fourcroy, 1785) Kuchlein 1993: 204, nr. 241 Phyllonorycter quinnata (Four., 1785) Kuchlein & De Vos 1999: 41, nr. 0289 Phyllonorycter esperella (Goeze, 1783) Kuchlein & Bot 2010: 34, nr. 160620 Phyllonorycter esperella (Goeze, 1783)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land gemeld door De Graaf & Snellen (1866: 392). Daarbij worden drie locaties genoemd, namelijk Makkinga (FR), Rotterdam (ZH) en St. Michielsgestel (NB). Te Makkinga vond J.H. Albarda de soort, Snellen op de beide andere plaatsen. Beiden kweekten de vlinders uit op haagbeuk (Carpinus betulus) verzamelde rupsen. Jaartallen worden niet vermeld, maar de vangsten zullen waarschijnlijk dateren uit de periode van rond 1860 tot halverwege de jaren zestig. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|