Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Phyllonorycter maestingella
(O. F. Müller, 1764)
Beukenvouwmijnmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 392, Tineina nr. 285 Lithocolletis faginella Mann Snellen 1882: 922-923, Lithocolletis faginella Mann Lycklama à Nijeholt 1927: 25, nr. 4149 Lithocolletis faginella Z. Lempke 1976: 18, Phyllonorycter maestingella (Müller, 1764) Kuchlein 1993: 204, nr. 239 Phyllonorycter maestingella (Müll., 1764) Kuchlein & De Vos 1999: 41, nr. 0287 Phyllonorycter maestingella (O.F. Müller, 1764) Kuchlein & Bot 2010: 34, nr. 160600 Phyllonorycter maestingella (O.F. Müller, 1764)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land gemeld door De Graaf (1851: 49) met als enige locatie Leiden (ZH), waar De Graaf zelf de vlinder vond. Deze vondst is overgenomen in De Graaf & Snellen (1866: 392), wat als een bevestiging kan worden gezien. H.W. de Graaf en zijn beide broers hebben actief verzameld in de periode 1836-1851 (De Graaf 1851: 52), maar de micro's zullen toch vooral in de latere jaren aan bod zijn gekomen. Deze vondst stamt waarschijnlijk uit het eind van de jaren veertig van de 19e eeuw. In Naturalis bevindt zich een oude vangst, afkomstig van Rozenburg (ZH), met het jaartal 1862 op het etiket. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|