Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Phyllonorycter spinicolella
(Zeller, 1846)
Sleedoornvouwmijnmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 396, nr. - Lithocolletis spinicolella Staint. Snellen 1882: 924-925, Lithocolletis spinicolella Staint. Lycklama à Nijeholt 1927: 25, nr. 4142 Lithocolletis spinicolella Z. Lempke 1976: 18, Phyllonorycter pomonella (Zeller, 1846) Kuchlein 1993: 203, nr. 226 Phyllonorycter spinicolella (Zell., 1846) Kuchlein & De Vos 1999: 41, nr. 0274 Phyllonorycter spinicolella (Zeller, 1846) Kuchlein & Bot 2010: 34, nr. 160470 Phyllonorycter spinicolella (Zeller, 1846)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land gemeld door De Graaf & Snellen (1866: 396), waarbij drie locaties worden opgegeven. Het betreft de vondst van mijnen door J.W. Albarda te Haren (GR) en Gieten (DR) en door P.C.T. Snellen te Oosterbeek (GE). Jaartallen ontbreken en er werden geen vlinders uitgekweekt. Ruw geschat zullen de vondsten dateren uit de peroiode van rond 1860 tot halverwege de jaren zestig van de 19e eeuw. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|