Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Phyllonorycter heegeriella
(Zeller, 1846)
Klein wit eikenvouwmijnmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1851: 43, nr. 846 Lithocolletis heegeriella Zell. De Graaf & Snellen 1866: 390, Tineina nr. 279 Lithocolletis heegeriella Zell. Snellen 1882: 910-911, Lithocolletis heegeriella Zell. Lycklama à Nijeholt 1927: 25, nr. 4117 Lithocolletis heegeriella Z. Lempke 1976: 18, Phyllonorycter heegeriella (Zeller, 1846) Kuchlein 1993: 203, nr. 214 Phyllonorycter heegeriella (Zell., 1846) Kuchlein & De Vos 1999: 40, nr. 0261 Phyllonorycter heegeriella (Zeller, 1846) Kuchlein & Bot 2010: 34, nr. 160350 Phyllonorycter heegeriella (Zeller, 1846)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld door De Graaf(1851: 49), waarbij de locatie Wassenaar (ZH) wordt genoemd, waar de Graaf zelf de soort vond. Een jaartal wordt niet genoemd. De locatie wordt herhaald in De Graaf & Snellen (1866: 390), wat als een bevestiging kan worden beschouwd. H.W. de Graaf en zijn beide broers hebben in de periode 1836-1851 in ons land vlinders geïnventariseerd, hoofdzakelijk in de provincie Zuid-Holland (De Graaf 1851: 52), maar daarbij zal pas in de latere jaren aandacht aan de micro's zijn geschonken. In Naturalis bevindt zich een vlinder uit een wat latere periode met een van een jaartal voorzien etiket (12.V.1864), afkomstig uit Overveen (NH). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|