Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Phyllonorycter harrisella
(Linnaeus, 1761)
Harris' eikenvouwmijnmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1851: 49, nr. 847 Lithocolletis cramerella FR. De Graaf & Snellen 1866: 390, Tineina nr. 278 Lithocolletis cramerella F. Snellen 1882: 910, Lithocolletis cramerella Fabr. Lycklama à Nijeholt 1927: 24, nr. 4115 Lithocolletis cramerella F. Lempke 1976: 18, Phyllonorycter harrisella (Linnaeus, 1761) Kuchlein 1993: 203, nr. 212 Phyllonorycter harrisella (L., 1761) Kuchlein & De Vos 1999: 40, nr. 0259 Phyllonorycter harrisella (Linnaeus, 1761) Kuchlein & Bot 2010: 34, nr. 160330 Phyllonorycter harrisella (Linnaeus, 1761)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land gemeld door De Graaf (1851: 49), waarbij de locatie Wassenaar (ZH) wordt genoemd, waar De Graaf zelf de soort vond. Een jaartal wordt niet genoemd. De locatie wordt herhaald in De Graaf & Snellen (1866: 390), wat als een bevestiging kan worden beschouwd. H.W. de Graaf en zijn beide broers hebben in de periode 1836-1851 in ons land vlinders geïnventariseerd, hoofdzakelijk in de provincie Zuid-Holland (De Graaf 1851: 52), maar daarbij zal pas in de latere jaren aandacht aan de micro's zijn geschonken. In Naturalis bevindt zich een vlinder uit een wat latere periode met een van jaartal voorzien etiket (1864), afkomstig uit Overveen (NH), | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|