Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Parornix finitimella
(Zeller, 1850)
Klein sleedoornwisselmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 376, nr. - Ornix finitimella Zell. Snellen 1882: 787-788, Ornix finitimella Zell. Lycklama à Nijeholt 1927: 24, nr. 4099 Ornix finitimella Z. Lempke 1976: 17, Parornix finitimella (Zeller, 1850) Kuchlein 1993: 203, nr. 208 Parornix finitimella (Zell., 1850) Kuchlein & De Vos 1999: 40, nr. 0255 Parornix finitimella (Zeller, 1850) Kuchlein & Bot 2010: 34, nr. 160223 Parornix finitimella (Zeller, 1850)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Zie eerst bij P. anglicella voor enkele algemene opmerkingen over het determineren in ons land van Parornix-soorten halverwege de 19e eeuw. In ons land ontdekt door J.H. Albarda, die te Gieten (DR) enkele rupsen op sleedoorn (Ptunus spinosa vond, maar geen vlinders uitkweekte (De Graaf & Snellen 1866: 376). Het jaartal wordt niet vermeld. Albarda verzamelde en kweekte micro's van ca. 1855 tot 1880, zodat de vondst ruwweg uit rond 1860 zal stammen. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|