Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Acrocercops brongniardella
(Fabricius, 1798)
Zilvermijneikengratie
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 373-374, Tineina nr. 212 Coriscium brongniardellum Fab. Snellen 1882: 780-781, Coriscium brongniardellum Fabr. Lycklama à Nijeholt 1927: 24, nr. 4082 Coriscium brongniardellum F. Lempke 1976: 18, Acrocercops brongniardella (Fabricius, 1798) Kuchlein 1993: 202, nr. 197 Acrocercops brongniardella (Fabr., 1798) Kuchlein & De Vos 1999: 39, nr. 0245 Acrocercops brongniardella (Fabricius, 1798) Kuchlein & Bot 2010: 33, nr. 160167 Acrocercops brongniardella (Fabricius, 1798)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | In het seriewerk van Sepp (1836-1842) wordt Acrocercops brongniardella al behandeld (zie hiervoor ook Snellen 1862a: 24). In de lijst van De Graaf (1851) ontbreekt de soort evenwel. In de lijst van De Graaf & Snellen (1866: 374) worden twaalf locaties vermeld, waarvan Gliphoeve (NH), waar S.C. van Vollenhoven de vlinders vrij algemeen aantrof, de eerste zou kunnen zijn geweest (in Naturalis bevindt zich een ongedateerd exemplaar van deze locatie). Eveneens in Naturalis bevindt zich materiaal met de datum 2.IX.1868, afkomstig uit Breda (NB). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|