Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Aspilapteryx tringipennella
(Zeller, 1839)
Weegbreegratie
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 372, Tineina nr. 208 Gracilaria tringipennella Zell. Snellen 1882: 772, Gracilaria tringipennella Zell. Lycklama à Nijeholt 1927: 24, nr. 4059 Gracilaria tringipennella Z. Lempke 1976: 17, Aspilapteryx tringipennella (Zeller, 1839) Kuchlein 1993: 202, nr. 193 Aspilapteryx tringipennella (Zell., 1839) Kuchlein & De Vos 1999: 39, nr. 0241 Aspilapteryx tringipennella (Zeller, 1839) Kuchlein & Bot 2010: 33, nr. 160140 Aspilapteryx tringipennella (Zeller, 1839)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | De Graaf & Snellen (1866: 372) noemen C. tringipennella voor het eerst uit ons land en geven daarbij vier locaties: Den Haag (ZH), Velp (GE), Leeuwarden (FR) en Jelsum (FR) zonder vermelding van de jaartallen. Deze vondsten zullen ruwweg van rond 1860 dateren en zijn respectievelijk gedaan door P.C.T. Snellen, Van Medenbach de Rooy Jr en wat betreft de Friese gegevens door J.H. Albarda. In Naturalis bevindt zich een vlinder met het jaartal 1868 op het etiket en afkomstig van Arnhem (GE). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|