Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Gracillaria syringella
(Fabricius, 1794)
Seringenmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1851: 49, nr. 837 Gracilaria syringella F. De Graaf & Snellen 1866: 372-373, Tineina nr. 209 Gracilaria syringella Fab. Snellen 1882: 772-773, Gracilaria syringella Fabr. Lycklama à Nijeholt 1927: 24, nr. 4063 Gracilaria syringella F. Lempke 1976: 17, Caloptilia syringella (Fabricius, 1794) Kuchlein 1993: 202, nr. 192 Caloptilia syringella (Fabr., 1794) Kuchlein & De Vos 1999: 39, nr. 0240 Caloptilia syringella (Fabricius, 1794) Kuchlein & Bot 2010: 33, nr. 160130 Caloptilia syringella (Fabricius, 1794)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land gemeld door De Graaf (1851: 49), die daarbij aantekent: “Z. Holl. d. G.â€. Vrijwel steeds in deze publicatie geeft De Graaf nauwkeuriger plaatsaanduidingen. Mogelijk heeft hij dit bij deze soort niet gedaan, omdat hij C. syringella op meerdere locaties in de provincie Zuid-Holland had gevonden. In De Graaf & Snellen (1866: 373) worden vijf door De Graaf ingebrachte locaties opgegeven, alle gelegen in Zuid-Holland. Dit zou voor deze veronderstelling kunnen pleiten. H.W. de Graaf en zijn beide broers hebben in de periode 1836-1851 in ons land vlinders geïnventariseerd, hoofdzakelijk in de provincie Zuid-Holland (De Graaf 1851: 52), maar daarbij zal pas in de latere jaren aandacht aan de micro's zijn geschonken. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|