Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Caloptilia betulicola
(E.M. Hering, 1928)
Groot berkenbladkegelmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea Adult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf 1851: 48, nr. 836 Gracilaria elongella L. De Graaf & Snellen 1866: 372, Tineina nr. 207 Gracilaria elongella L. partim Snellen 1882: 770-771, Gracilaria elongella L. partim Lycklama à Nijeholt 1927: 24, nr. 4056 Gracilaria elongella L. partim Lempke 1976: 17, Caloptilia betulicola (Hering, 1928) Kuchlein 1993: 202, nr. 184 Caloptilia betulicola (MHer., 1928) Kuchlein & De Vos 1999: 39, nr. 0232 Caloptilia betulicola (M. Hering, 1928) Kuchlein & Bot 2010: 33, nr. 160040 Caloptilia betulicola (M. Hering, 1928)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Caloptilia betulicola is pas in 1928 als afzonderlijke soort herkend (Hering 1928a: 168); voordien vermengd met C. elongella Dit is door Bentinck (1948b: XLIII-XLIV) en Doets (1949: 417) meegedeeld, waarbij eerstgenoemde opmerkt dat C. betulicola de gewoonste is, terwijl Doets meent dat beide soorten in het land overal algemeen zijn. Locaties worden door beiden niet genoemd. De soort was echter al veel eerder in ons land gevonden. In zijn lijst van 1851 vermeldt De Graaf (1851: 48) dat hij de ongesplitste elongella te Wassenaar (ZH) had aangetroffen. In de herziene lijst (De Graaf & Snellen 1866: 372) wordt deze locatie herhaald, maar daaraan wordt (door De Graaf) toegevoegd: “en Noordwijk, in Oktober en November tegen rasters in de duinen, bij berken.†Het vermelden van de waardplant van C. betulicola vormt een aanwijzing van de mogelijke vondst van deze soort in ons land al voor 1851. In Naturalis bevindt zich een vlinder met een van jaartal voorzien etiket (12.V.1864), afkomstig uit Overveen (NH). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|