Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Pseudopostega crepusculella
(Zeller, 1839)
Muntoogdekselmotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 298, Tineina nr. 311 Opostega crepusculella Zell. Snellen 1882: 966, Opostega crepusculella Zell. Lycklama à Nijeholt 1927: 26, Opostega crepusculella Z. Lempke 1976: 14, Opostega crepusculella Zeller, 1839 Kuchlein 1993: 196, nr. 15 Pseudopostega crepusculella (Zeller, 1839) Kuchlein & De Vos 1999: 23, nr. 0022 Pseudopostega crepusculella (Zeller, 1839) Kuchlein & Bot 2010: 26, nr. 040030 Pseudopostega crepusculella (Zeller, 1839)
| | |
MorfologieAdult | | | Verwijzing naar afbeeldingen | De vlinders worden afgebeeld door Brown 1953: pl. 9 fig. 14 (adult), door Johansson et al. 1990: fig. 185 (mannetje), (dezelfde figuur geven Bengtsson et al. 2008: 281) en door Parenti 2000: pl. 30 fig. 8 (mannetje) | | | Afmetingen | Spanwijdte 7,0-10,5 mm. | | | Kop met aanhangsels | Kop: aangezicht en voorste gedeelte van de schedel met beharing, het achterste deel met platte schubben; de hele kop wit. Antenne: drievierde lengte voorrand voorvleugel; oogdeksel wit; schaft grijsgeel. Liptaster: gijsgeel. | | | Borststuk met aanhangsels | Borststuk: wit, evenals de schouderdeksels. Poten: grijsgeel. Voorvleugel: wit, met doorgaans onduidelijke, vaagbegrensde grijsbruine tekening, bestaande uit een naar buiten gericht vlekje halverwege de voorrand met daartegenover een kleiner, iets voor het midden van de achterrand gelegen vlekje; beide vlekjes niet zelden verbonden tot een hoekig dwarsbandje; in het puntgedeelte (met inbegrip van de franje) twee of drie voorrandstreepjes en een of twee achterrandstreepjes, waarvan het tweede voorrandstreepje en het eerste achterrandstreepje elkaar bij de zwarte stip in de franje kunnen ontmoeten; franje geelwit met in de bovenste helft een grijsbruine delingslijn. Achtervleugel: vuilwit tot licht grijsbruin; franje in het basale deel iets donkerder, aan de buitenkant vuilwit. | | | Achterlijf met genitalien | Achterlijf: aan de bovenkant donkergrijs, aan de onderkant vuilwit. Genitaliën: afgebeeld door Johansson et al. 1990: fig. 1118 (mannetje) en fig 1122 (vrouwtje) (Bengtsson et al. 2008: 282 geven dezelfde figuren). | | | Variabiliteit | Enkele kleinere variaties bij de grijsbruine voorvleugeltekening kwamen in het vorenstaande al aan de orde. | | | Herkenbaarheid | Gelijkt enigszins op P. auritella, maar verschilt daarvan door de aanwezigheid van het donkere voorrandvlekje. |
|