Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Coleophora obscenella
Herrich-Schäffer, 1855
Guldenroedekokermotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | Snellen 1882: 833-834, Coleophora virgaureae Staint. Lycklama à Nijeholt 1927: 23, nr. 3893 Coleophora virgaureae Stt. Lempke 1976: 22, Coleophora virgaureae Stainton, 1857 Kuchlein 1993: 214, nr. 563 Coleophora virgaureae Stt., 1857 Kuchlein & De Vos 1999: 63, nr. 0612 Coleophora obscenella Herrich-Schäffer, 1855 Kuchlein & Bot 2010: 45, nr. 290780 Coleophora obscenella Herrich-Schäffer, 1855
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Rond 1870 in ons land aangetroffen door Heylaerts en Snellen, die de zakken tussen het rijpende zaad van Solidago virgaurea vonden. Los van elkaar rapporteerden beiden daarover in deze volgorde op de wintervergadering van de N.E.V. op 5 november 1870 (Heylaerts 1871: (7-8); Snellen 1871b: (9-10). Heylaerts liet op die vergadering de zakjes zien die hij in 1870 te Breda (NB) had verzameld, maar nog niet uitgekweekt. Snellen toonde de vlinders die hij had opgekweekt uit in oktober 1869 gevonden zakjes. Daarbij wordt wél de provincie (NB) genoemd, maar vermelding van de locatie blijft achterwege. Die vindt men in een derde publicatie uit 1871, namelijk in De Graaf & Snellen (1871: 235-236) en dat blijken Roosendaal en 's-Hertogenbosch te zijn. Daar werd dus C. obscenella door Snellen in 1869 nieuw voor ons land ontdekt. Materiaal van de bovenvermelde kweken van Snellen en Heylaerts is behouden gebleven en bevindt zich in Naturalis. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|