Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Coleophora glaucicolella
Wood, 1892
Donkergetipt ruskokermotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 383, Tineina nr. 246 Coleophora caespititiella Zell. partim? Snellen 1882: 826-827, Coleophora caespititiella Zell. partim Lycklama à Nijeholt 1927: 23, nr. 3845 Coleophora caespititiella Z. partim Lempke 1976: 22, Coleophora glaucicolella Wood, 1892 Kuchlein 1993: 214, nr. 558 Coleophora glaucicolella Wood, 1892 Kuchlein & De Vos 1999: 63, nr. 0606 Coleophora glaucicolella Wood, 1892 Kuchlein & Bot 2010: 45, nr. 290730 Coleophora glaucicolella Wood, 1892
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Bentinck (1942b: LIX) berichtte al, dat Doets in Nederlands materiaal van het caespititiella-complex door genitaliënonderzoek deze soort had herkend en meldde C. glaucicolella als nieuw voor de fauna. Nadere bijzonderheden over deze ontdekking, bijvoorbeeld de locatie(s), werden niet verstrekt. Een jaar later deelde Bentinck (1943: XV) mee, dat Vári in Bentincks collectie onder de “caespititiella's” een exemplaar van C. glaucicolella had ontdekt. Ook nu weer geen nadere bijzonderheden over de vondst. In datzelfde jaar bespreken Doets & Vári (1943: 71-72) vier van de afgesplitste soorten, maar niet C. glaucicolella. Vier jaar later komt Doets (1946: 88) terug op zijn ontdekking en deelt mee, dat C. glaucicolella “overal zeer algemeen” is. Inmiddels was de eerste concrete vondst gepubliceerd door Vári (1943b: 11), die op zijn “Juncusterreintje” te Amsterdam-West (NH) in 1942 meerdere exemplaren ving. Daarvan bevinden zich vijf vlinders in Naturalis, waar ook het zoëven genoemde, op 11.VII.1924 te Overveen (NH) verzamelde exemplaar van Bentinck aanwezig is. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|