Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
Coleophora currucipennella
Zeller, 1839
Geelstreepeikenkokermotje
|
« Vorige
| Volgende »
|
AfbeeldingenAdult. © Stichting Tinea NomenclatuurSinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 380, Tineina nr. 235 Coleophora currucipennella Zell. Snellen 1882: 838, Coleophora currucipennella Zell. Lycklama à Nijeholt 1927: 22, nr. 3791 Coleophora currucipennella Z. Lempke 1976: 22, Coleophora currucipennella Zeller, 1839 Kuchlein 1993: 214, nr. 540 Coleophora currucipennella Zell., 1839 Kuchlein & De Vos 1999: 62, nr. 0588 Coleophora currucipennella Zeller, 1839 Kuchlein & Bot 2010: 45, nr. 290540 Coleophora currucipennella Zeller, 1839
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | Nederland | Voor het eerst uit ons land vermeld in de Bouwstoffen (De Graaf & Snellen 1866: 380) op grond van vondsten te Helpman bij Groningen (GR), Kuikhorne (FR, beide van Albarda, die ook de rups van mei tot juli op Quercus robur vond), Oosterbeek (GE, Snellen), Amersfoort (UT, Albarda en De Graaf), Vogelenzang (NH, Veth) en Hillegom (ZH, Kinker). Jaartallen ontbreken, maar de vondsten zullen uit de periode rond 1860 stammen. De vangst van Kinker is in ieder geval behouden; de vlinder bevindt zich in Naturalis. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | Noordwest-Europa | [download kaart als pdf] |
|