Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
|
Euspilapteryx auroguttella
Stephens, 1835
Hertshooigratie
|
« Vorige
| Volgende »
|
Afbeeldingen Adult. © Stichting Tinea Nomenclatuur| Sinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 373, Tineina nr. 211 Euspilapteryx auroguttella Steph.
Snellen 1882: 775, Gracilaria auroguttella Steph.
Lycklama à Nijeholt 1927: 24, nr. 4071 Gracilaria auroguttella Stph.
Lempke 1976: 17, Calybites auroguttella (Stephens, 1835)
Kuchlein 1993: 202, nr. 195 Calybites auroguttella (Stph., 1835)
Kuchlein & De Vos 1999: 39, nr. 0243 Euspilapteryx auroguttella (Stephens, 1835)
Kuchlein & Bot 2010: 33, nr. 160160 Euspilapteryx auroguttella (Stephens, 1835)
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | | Nederland | | Voor het eerst uit ons land vermeld door De Graaf & Snellen(1866: 373), die daarbij drie locaties geven: Gieten (DR), Velp (GE) en Den Haag (ZH). Alleen bij Gieten wordt het jaartal vermeld: J.H. Albarda vond eind oktober 1864 de rupsen op Sint-JanskruidHypericum perforatum, die hij uitkweekte (materiaal daarvan in Naturalis). Bij de beide andere locaties (met vangsten respectievelijk van P.C.T. Snellen en E.A. de Roo van Westmaas) ontbreken de jaartallen. Dit zouden dus eerdere vondsten van ruwweg rond 1860 zijn geweest. | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | | Noordwest-Europa | 
[download kaart als pdf] |
|